In het hart van Oostenrijk, waar de glooiende heuvels dichte bossen ontmoeten, bracht de komst van de herfst een seizoen van overvloed met zich mee. Het landschap, badend in gouden zonlicht, was versierd met tinten amber en karmozijn toen de bomen hun zomerbladeren begonnen te verliezen. De lucht was fris en droeg de aardse geur van vochtige grond en de zoetheid van rijpend fruit met zich mee.
Aan de rand van een uitgestrekte appelboomgaard bogen de bomen onder het gewicht van hun robijnrode oogst. De takken, zwaar van het fruit, wiegden zachtjes in de koele bries alsof ze hun overvloed aan het land aanboden. Achter de boomgaard gloeiden velden bezaaid met pompoenen in tinten oranje, hun ronde vormen genesteld tussen de verblekende groene wijnstokken. In de buurt stonden de laatste bloemen van het seizoen hoog, hun gezichten naar de zon gericht alsof ze elke laatste druppel warmte opzogen voordat de kou van de winter inzette.
De lokale gemeenschap verzamelde zich aan de rand van de boomgaard om de oogst te vieren, een traditie die zo oud is als het land zelf. Families kwamen van nabijgelegen boerderijen, hun wagens volgeladen met manden vol appels, peren en pruimen, naast af en toe een pompoen of kalebas. De kinderen, hun wangen rood van opwinding, schoten tussen de bomen door, hun gelach galmde door de boomgaard terwijl ze renden om hun manden te vullen met de rijpste appels die ze konden vinden.
Een lange houten tafel, glad gesleten door de handen van generaties, was neergezet onder de takken van de oudste appelboom. Hij was beladen met het fruit van het seizoen: stapels appels, potten honing, versgebakken brood en een assortiment aan jam en conserven. De geur van gebakken goederen kwam uit een nabijgelegen steenoven, waar taarten en pasteien gevuld met gekruid fruit borrelden en perfect bruin werden. De geur van glühwein, pruttelend boven een open vuur, vermengde zich met de koele herfstlucht en wikkelde de bijeenkomst in een warme, geurige omhelzing.
Terwijl de zon laag aan de hemel zakte en lange schaduwen over de boomgaard wierp, verzamelden de dorpelingen zich rond de tafel. Ze hieven hun bekers cider op als een toost, om de overvloed van het seizoen en de diepe band die ze met het land deelden te vieren. De avond was gevuld met verhalen vertellen, terwijl de ouderen verhalen vertelden over eerdere oogsten, over de veerkracht van het land en over de eenvoudige vreugden die met elk voorbijgaand jaar gepaard gingen.
Later, toen de schemering viel en de eerste sterren boven hen begonnen te fonkelen, gingen de dorpelingen langzaam naar huis. De boomgaard, nu stil, leek te gonzen van de voldoening van een goed geëerd seizoen. In de verte, genesteld aan de rand van de boomgaard, stond een klein huisje. De verweerde stenen en het rieten dak waren nauwelijks zichtbaar in het afnemende licht, maar van binnenuit flikkerde een warme gloed, die zachte schaduwen door de ramen wierp. De geur van vers geplukte appels vulde de lucht en vermengde zich met de troostende aroma's van kruiden en houtrook.
De Cider Cottage geurkaars legt dit moment in de tijd vast: een rustig toevluchtsoord aan de rand van een boomgaard, waar de warmte van de haard en de geur van appelcider u uitnodigen om te genieten van de gezelligheid van de herfst.